De keramiek van Eddy Van Meulebroeck is anders dan wat meestal onder die term wordt begrepen, anders van vorm en van inhoud, van huid en van gedachte. Hij belichaamt wat etherisch is, creëert fabeldieren, dringt binnen in vergeten of vergane beschavingen en reconstrueert die beschaving zoals ze in zijn verbeelding is gegroeid en vorm heeft gekregen.

Ik herinner me een rukwind van poëzie en van beeldende emotie wanneer ik naar aanleiding van een expo in Vichte zijn versteende hommage aan Akhenaton en Neferet heb gezien.

Ook nu weer geeft hij vorm aan wezens die in zijn verbeelding zijn gegroeid: inktvissen lijken het met voelhorens, onderwaterdieren met antennes, amoeben die het begin van leven uitbeelden. Spermatozoïden zijn het in werkelijkheid die naar leven streven, naar houvast, naar groei.

Zo ook geladen en tevens speels zijn zijn werken die variaties op het thema ‘wereld’ uitbeelden en waarin ijzer en gebakken aarde elkaar aanvullen en uitdagen.

Zijn vormentaal is wulps en langgerekt, bol van sensualiteit.

Zijn glazuren zijn sluiers van speels koloriet. Zijn recente gesloten schalen evoceren motieven van wat verloren is gegaan.

 

hugo brutin (a.i.c.a.)

naar aanleiding van de tentoonstelling confrontaties tien in 2013 in De haan